Mankend hinkte de jonge cyperse kater het camp binnen. Tijdens de jacht op een kikker had hij zich aan een met modder bedekte steen gestoten, en nu zat er een diepe snee in zijn kussentje. Bij elke pootstap die Garlicpaw zette, kleurde de drassige, bedauwde grond donkerrood.
Hijgend ging hij zitten. Hij had de macht niet om zijn wonde te bekijken, want elke pootstap leek eeuwen te duren.
Toch dwong Garlicpaw zijn kop te draaien en zag hij dat de snede verder langs zijn poot slingerde. Er droop bloed uit en het leek duidelijk diep, en met een steek van ietwat angst wist de cyperse kater dat alleen een med cat dit kon helen.
Toen hij mankend de mee cat hole binnenkroop, verliet een luide jank zijn muil. "Medcine cat!' jammerde hij. "K-kan je even komen kijken?"